Ik ben helder

(Moniek van Pelt)

Ik ben helder

Ik ben geen product van welke tijd dan ook

Ik ben in kern niet gespleten

Een medaille kent een ontelbare hoeveelheid kanten, meningen en schaduwen

En ik verdien mijzelf totaal in dealiteit

Ik ben helder; die zin..het portaal en het loze..de kracht.

Er gebeurt direct iets in mijn hoofd als ik het spreek vanuit de leegte die deze woorden mij geven

Iets wil weer weten en meer dan half

Iets wurmt zich los van het aardse de-klos-zijn, om samen te gaan staan voorbij dat wat recht en krom oogt als linkser of rechtser betiteld hersendeel

Tegelijkertijd verzamelen zich alle denkbare sluiers tegen het binnenstromende licht, zo lijkt het

Het is ons aangedaan in een veronderstelling dat we gevoed en gesust, getraind en geprogrammeerd, bedekt en onthand, gefilterd en stuurbaar tot in diepe twijfel.

Natuurlijk delen wij in splitsing. Weten wij niet alles meer van Al. Dat weten we toch allemaal, anders zouden we niet op weg zijn vol strubbelingen en blokkades, vol richtingwijzers en namen.

En waarom is dat eigenlijk zo natuurlijk?  Waarom pikken we dat eigenlijk dag na dag. Waarom gaan we er blind vanuit, dat ons hersens nu eenmaal zo functioneren zoals ons ooit verteld. En dat alleen knappe koppen ons bij kunnen leren en schaven?

Of lees ik nu sturen?

In de wetenschap dat ik ben, weet ik mijn eigen weten.  Moet ik nu dan wachten op iets quantums die mij mezelf openbaart?  Moet ik wachten tot jaar x om in mij tot samen en mij los van diens namen te bewegen?

De gedachte is de basis..mijn ware gedachte is de bron..en mijn weten geeft signaal.

Geen boek, papier, onderzoek kan mij vertellen wanneer ik van wal, wanneer ik goed genoeg ben

Het is toch wat. Ik weet wel hoe het komt, ik heb alleen geen zin meer om elk beeld erin te ontcijferen. Gewoon omdat er een codeslot aan gehangen is die wil dat ik er lekker oneindig lang mee bezig ben en ga en zal en moet. O, en de getallenreeks is een ons nog onbekende omdat ‘’onze’’ wetenschap daar nog niet aan toe zou zijn. Over afleiding gesproken.  Ik ben er een tijdje in meegegaan en heb een hoop gezien en ik weet dat ik nog meer zal zien. Van ontvoering tot inspuiting, van mishandeling tot totale onderdrukking..de hele rambam aan beïnvloeding in mijn lijf; de belichaming der daden vol slachtoffers en daders, die ik als persoonlijk ervaar. En omdat ik dat doe, overkomt het me dan ook in een grimmig duaal gepositioneerd en geënsceneerd verleden.

En wie ziet dat vanuit mijn lichaam? Is dat mijn observer, mijn idee van neutraal, mijn gevoel voor God? Mijn? Ik kan er zelf hier niet eens bij. Ik heb geen idee wie dat is, die dat denkt. Het oogt me inmiddels als totaal onwetend en bizar naïef; die pop aan het touwtje van de poppenspeler. Pas als ik uit dat ik stap ben ik in de vrije zone, die van voor de invoegingen. En dan zie ik een stuk helderder. Voorbij het valse kundalinispoor dat tot in het diepste ‘’flowt’’ in de valse resonantie van poorten tot ontpoorten, is er een rust die onvoorstelbaar is in dit woelige strijdtoneel, dat ze zelfs een echt uitziend aards decor hebben gegeven. En in den beginne was alles nep en daaraan koppelde zich het woord, de vorm, het gebod en de zin. Het is niet waar ik zin in heb noch van krijg. Mijn gevoel voor zin leeft ergens anders, wel hier , alleen in een grootser nu , veel leger van oorsprong. (en zonder leger)

Mij openen voorbij elke verwachting van het aardse hart geeft mij een samen voor ogen, waarin ik van nature spreek en waarin ik geen gespleten gedrag accepteer. Ik ruil niets niet in voor een half alles. Waarom ben ik er dan toch ingestapt, in dit leven? Wel, misschien hebben ze me laten geloven dat ik kom om te ontdekken, te ontdenken en te ontladen als een enkele zelf en misschien hebben ze zichzelf hierin als persoonlijke tegenstander betiteld zodat ik immer en altijd in strijd met eigenheid. De uitleg bevalt me niet, de inleg al helemaal niet. Mijn vrije ik, geworteld in het wij, kent dit niet als diepgang, wel als ondergang. Eentje vanuit een slaafs gevoel voor volk, die ik uit zou willen leven?

Het bevreemd me ten zeerste, omdat ik dit allang heb geobserveerd en wel bij andere volken, buitenaards en ver van eigenwaards. Ik zie mij kijken en reiken. Niet laten klonen om er te wonen. Ik zou wel gek zijn. Ik voel geen enkele twijfel meer in dit moment van schrijven. Ik laat alle verwarrende uitleg voor wat het is. Het bakenvuur is aan. Die twijfel heb ik wel gevoeld overigens en sterk ook en zelfs weet ik dat ik het nog weleens zal voelen, en het is niet erg. Waar het mij omgaat is dat het vuur aan is en blijft.  De vrije spiegel, de doorgang zonder poort, de resonantie met de helderdag en de heldernacht.

Geen valse droomtijd, geen vals gevoel voor waarde, geen volgzaamheid, geen geloof in buiten, in ooit tot samen, in labels, namen, kunde.

Want ik ben helder. Mijn zelf wil hier samengaan en in dit nu versmelten met dat wat grootser schijnt dan wij zouden mogen zien. Want het is er wel en we zien het wel. Echt verloochent zich nooit; er is geen op maat gemaakte sluier voor het onbenoembare mogelijk. Programmeren kan alleen op maat en in de maat van het pad en als je volgt. Er zijn geen trends, geen opvlammingen, geen uitvindingen ter vooruitgang uit de wankeling, en slecht bereik bestaat niet in het vrije veld.

 

ik ben helder

een wezenskern

ik leef deaal in heldertijd

ik ben in ons vrij geboren en vrij om te gaan

mijn oorspronkelijke aard is vredig

ik ben mijn heelal

en ik spreek namens alle sterren tegelijk

 

mijn waarheid in weten

niet omdat ik er recht op heb in ooit en ergens

maar omdat ik het nu belichaam in mijn gevoel voor lijf

en al is het in heeltjes zichtbaar

het zijn nooit dezelfde deeltjes

ik ontken niet wat mij is aangepraat

ik bekrachtig wie ik in wezen voel te zijn

Ik durf ermee te beginnen, om vol in mijn eigen licht te staan en leeg te zijn. Het geschakelde denken los te laten om te zijn in niet weten. En hierin ken ik wel aanreiking, maar niet Het pad, De manier.

Dit is mijn weg, uit de dualiteit. Overhoor, overlaad en bedek mij niet met en tot kennis van een ander. Dan doe je wat de matrix spiegelt, de gevangenis van het lijden aan het strijden

Moedig mij aan, zo speels als ik durf mijn weg van weg te gaan en op eigen benen te staan.

Wij zijn helder, samen één.

Moniek

Related Articles

Responses