Al


‘vind je niet dat ik ontzettend slim ben’,
vroeg mens aan iets goddelijks
mens had namelijk behoefte aan erkenning
van wat hij zelf eigenlijk wel wist,
maar wat hij nu eenmaal een ander
graag hoorde herhalen
‘o ja, zei de ene, jij bent het slimst
van alles met twee benen’
dat was niet helemaal wat mens wilde horen
dus probeerde hij het nog een keer
vind je niet dat ik heel knap ben,
vroeg mens die ene hoge
ontzettend knap, antwoordde het al. jij bent zo knap als de grootte van je beide ogen
en vind je niet dat ik heel sterk ben, durfde mens het erachteraan te wagen
ja nou, jij bent zo krachtig als je handen jouw liefde zullen dragen
en kijk eens hoe groot ik ben, zei de mens terwijl hij op zijn tenen ging staan
met zijn borst vooruit en vol van schone schijn
zeker, antwoordde het goddelijke
jij bent groot, zo groot als je vermogen kind te zijn
“word ik nu in de maling genomen?”, vroeg mens zich in verwarring hardop af
je kunt je eigen spiegel niet eens aanzien, zei de hoge
jij denkt dat ik je straf
wat een vermogen mens, zo een vermogen en toch heb je je benen amper op het droge
mens begon te koken en riep, weet jij wel hoe machtig ik ben
ik kan jou zo inene van je troon stoten, riep mens met zijn neus in de lucht
ging je er maar eens op zitten, fluisterde de wijze met een zucht
dan hield je wel op met je gebral, riep de echo mens zachtjes na
mens, je bent zo machtig als de scherpte van de woorden waarmee je tegen me spreekt
hoeveel wil je eigenlijk niet horen?, vroeg spirit
wat bedoel je, vroeg mens, lichtelijk geïrriteerd,
omdat de grote g zijn gedachtestroom onderbrak waarin net nieuwe kwaliteiten zich aandienden
de ene herhaalde wat hij zei en bleef verder stil
vertel jij het me dan maar aangezien je zo goed zicht lijkt te hebben op wie ik ben, hoonde mens

een machtig grote stilte volgde voordat alles zachtjes en vol liefde sprak;
jij zult heel ver kunnen gaan mens, om niet te horen wat ik je zeg
je zult bossen verordenen hun gebied in overzichtelijke groepen in te delen,
zodat je geen berk meer tussen beuken vindt
je zult de vlinder benen geven en de maan in zijn dans met de aarde de andere kant op laten draaien
de zee zul je gebieden zich te gedragen als een klaterende bergbeek
en de naaktslak zul je zeggen fatsoenlijk kleding aan te trekken
de duiven mogen niet langer in het openbaar liefkozend koeren
en de wind mag slechts op bepaalde tijden waaien, als de zon zich niet laat zien
er staat straf op spinnen die hun eigen unieke patronen weven, zonder te overleggen of dat mag
en je zult het gras vertellen dat ze blauw is en enkel op gazonlengte mag groeien
zover en verder zul je kunnen gaan om in de oorsprongrijkheid jezelf niet weerspiegeld te hoeven zien
uit angst omdat jij je eigen natuur niet durft te leven
en uit schuldgevoel omdat jij je schaamt voor je liefdesloze gedrag
in een wereld waarin jij, mens, de enige bent die mij nooit als jouw gelijke zag

moniek

Related Articles

Responses