Hoofdstuk 1 of 21
In uitvoering

Woord vooraf

Arjan Bos 28 september 2020

Ik kijk dagelijks naar een wereld die zo goed weet hoe om te gaan met het kind. Overal staan pijlen, symbolieken, woorden in de lucht als op de grond. Ja zelfs op en in mijn lijf zie ik aanwijzingen en markeringen. Het aardse veld informeert mij tot in detail. Ze noemen mijn deukjes het verleden, als waarschuwing voor de toekomst. Veel mensen hebben bemoeienis, een rol, als het gaat om wat hen aan het hart gaat; het kind, de onschuld, de toekomst. Het lijkt als een spel waar de route al volledig is uitgetekend en waar ik, als ik goed plan, een stapje verder in mag. Op weg naar wat ze dan in het groot noemen mijzelf. Het concept kind wordt telkens weer aangepast aan de nieuwetijdsnorm middels herziene kaders, betere uitleg, zodat het allemaal menselijk verbeterbaar is en blijft. In mijn diepe gevoelsintelligentie voel ik een eigenheid die zegt; dit is geen wezenrijke herziening. Ik ben in deze verkapte groeidwang nergens aan het zelven, ik ben Aan Het Anderen. Al noemen ze het nog zo vaak en krachtig AHA momenten, ze gaan niet echt over mij. Dat wat aan mijn hart wil raken ter afleiding, is niet mijn ware hart. Die wijst en weet namelijk altijd raak. Daar hoeven helemaal geen woorden of uitlijningen over te bestaan ter lering. Wat ik voel is dat ik informatie ontvang uit een vrijer veld dan wat ze aarde noemen.

Het gaat niet om het blijven spiegelen van hetgeen er ligt aan aardse en buitenaardse wijsheden. Hoe verlicht en mooi en zacht het allemaal ook lijkt. Het gaat er niet om dat ik meer zou weten dan jij en je voor dien te blijven gaan. Niemand loopt in eigenheid voor of achter, zelfs geen gedachte. De ontkenning van De waarheid die wij allen in ons meedragen, het houdt ons al eeuwenlang in dezelfde buitenwereld- greep. Die buitenwereld draaikolkt steeds dieper in onmacht. En we vallen met velen keer op keer mee. Verder van ons ware zijn. Echt samenzijn is een woord, een trilling die uit de aardse taal verbannen lijkt. Het lijkt een volledig op zichzelf staande spiegel geworden, die ons de imperfecte buitenwereld als een perfecte binnenwereld reflecteert. (Zoek niet verder! ) Een wereld die bij de gratie van de ultieme tegenstelling sterft. De genade van een scheppende macht buiten onszelf doodt ons eigen scheppersvermogen. Altijd. Al spreekt de spiegel nog zo over leven en over het nodig zijn van het onschuldige kind.

Het gaat hier om de gezamenrijke herkenning, dat de eigen innerrijke wereld echt bestaat in jou en mij en ook buiten onze aardse persoonlijkheden. Er is een krachtige echte aarde die in vrede bestaat en zonder kleinheid, onmondigheid of lering. Er zijn vele kosmische allianties die ons er indringend op wijzen zonder hardhandig in te willen grijpen. Zij weten dat wij allen een diepe vrede in een vrije vorm in ons meedragen, die ons helpt dwars door elke spiegel heen te zien naar elkaar. Elkaar helderen in herkenning en ondersteuning, dat is wat we allen te doen hebben met elkaar om weer tot die vredevolle grootse wereld te geraken. Een trilling waar binnenaards en buitenaards samenvloeien. Hier krijgt de energie van Samen weer de vorm van eigenheid die weet hoe Zelf zijn eruit ziet en hoe het voelt om in vrijheid met elkaar te leven. Als het vraagteken, de angst, de twijfel en het oordeel verdwijnen, opent zich een diepe wereldse vorm die het ware kosmische hart toont. De echte aarde. De wil om te overleven, te vechten, te veroordelen, te kaderen, te besturen is weg. In openharten zijn wij los en oprechte kracht, schitterend volmaakt, van wezen tot wezen.

Dit schrijven beoogt een innerrijke gevoelsaanreiking. Een manier van kijken buiten het methodisch ingerichte kind-veld die constant geslotenheid vraagt aan alle verhalen, hoe open de frequentie ook klinkt in communicatie. De kunst van zo volledig mogelijk aanwezig zijn, in welke wereld dan ook, vraagt iets wezenrijks van ons. Een heldere blik die nu buiten onze perceptie wat van mensvermogen is lijkt te vallen. Het eeuwige vraagteken,- zijn we goed of slecht?- vraagt om een helderen van de wereld van ons ware hart.

Er is dus geen andere bronvermelding dan ikzelf nodig, als ik schrijf vanuit een in contact (willen) zijn met al het leven. (Ik zeg willen omdat ik ook een persoonlijkheid meedraag, die geleerd heeft te bouwen op de buitenwereld zoals hij staat, en soms nog in die val trapt.) Wat mijn unieke zijn mij constant laat zien en wat ik hier bovenal graag wil delen met jullie is de beleving van vrije taal. En dus inmiddels ook vele nieuwe woorden. De levende kosmische uitingen die ik diep vanbinnen voel geven mij organische hartgevoelens om te ervaren, echt eigen krachtgedachten om te bevoelen en vragen mij dit door te geven. Als ik openheid doorgeef (Geef Openheid Door, G O D) en we doen dit met velen op eigen unieke wijze, dan openen zich hier weer scheppingsvelden die krachtige werelden in zicht geven die de taal van samen nog spreken. Precies daar begint voor mij een woord als thuis. De vrije taal wil stromen van daar naar hier en weer terug. Harmonie zonder tegenstelling. Vrijheid zonder verbond. En samen zonder voorbehoud. Dit alles schrijf ik bewust en wetende dat het hier in deze realiteit nauwelijks zo is. Ik neem krachtig het ongeschrevene waar, die deze realiteit verborgen wil houden, maar niet kan omdat ik een informatielezer ben van nature en mij dit niet onthouden kan en mag worden. Ik beroep mij hierin op mijn oorsprongrijk krachtveld die mijn unieke talent kent en behoudt. En zo is het voor ieder mens die bereid is zich zelf te helderen, dwars door elk idee van persoonlijkheid heen.

En om dan toch het vrije ware beeld te verkiezen boven al het andere, daar begint mijn gevoel voor echt Leven. Gewoon, als gelijkaardig mens zonder cv, titel en professie.

Zuivere waarneming begint bij het toestaan van onvermengde beelden en taal, om hun eigen plek weer in te nemen. Zelfs al is het in een zelf, zoals jij en ik hier en nu, die grotendeels geautomatiseerd draait. Pure beelden zullen altijd vooraan staan in het ware hart. Dat is natuurRijk en niet het gedrag wat hier als natuurLijk weggezet wordt en waarvan uiteindelijk alleen het woord lijk overblijft. Het vrije woord natuur kent geen vijanden die afwijzen, geen dwingende handoplegging en geen aanpassing die we maar transformatie blijven noemen. En het eeuwige moeten groeien dan? … ach er wordt ons zoveel beloofd. 

Noot;

Echt talent overigens, die diep in ons leeft voorbij alles wat doodt, hoeft niet aangeleerd te worden. In de kern ook niet bevrijd, al voelt dat hier nu eenmaal wel zo. We hebben de beweging te duiden, omdat we nu eenmaal niet hersenrijk kunnen bevatten hoe het er anders uit zou zien. Afijn, je aanwezigheid openen, de verdichting aankijken, heeft niks anders nodig als jou. Geen voorganger, voorbeeld, fascinatie, verafgoding. Misschien een gelijkaardige uitwisseling vanuit weten. Geen persoonlijkheidsstoornissenwedstrijd, die jou blijft wijzen op onafheid.  Voor velen echter, is dit onvoorstelbaar omdat de verbeeldingskracht, die ik graag bronbeeldingskracht noem, slaapt en deze beelden niet opent in zichzelf. Alles is pas mogelijk als om te beginnen het slot van de bronbeeldingskracht afgaat, die ons gevangen houdt in deze ‘’alles mag als je je maar niet verroert’’ waan. Een verbeelding van een wereld tonende, die zo ver van ons ware zelf afligt. Hoe verdrietig eigenlijk. En dan nog is ook deze wereld hier nog zo mooi, in al haar kunstmatigheid is er nog steeds oorsprong te ontdekken en zien. Het is (nog) niet volledig weg te poetsen.

moniek