Hoofdstuk 2 of 23
In uitvoering

1.0 Menszijn

Arjan Bos 12 april 2020

Veel mensen denken in deze wereld te willen leven. Ze denken daar verder niet over na in hun gevoel en volgen het denkspoor die hen aan laat passen aan de uiterlijk zichtbare wereld om hen heen. Besturende gedachten geven de mens waarheid, zin en doel. In deze energie van zo benoemde zelfkennis bouwen ze hun leven uit, op de bouwsels en systemen die de hen voorgaande mens heeft achtergelaten en die de huidige mens- in  verborgen schuldbesef- dient te beheersen. De ouderlingen, als in ouder, meester, manager, bestuurder, arts, wetenschapper, ze hebben de leiding. De mens denkt rationeel, logisch en in verantwoordelijkheid dat hij zelf weet. Dit wordt bewustzijn genoemd. De persoonlijkheid, langs de gangbare man-vrouw weg van kind tot volwassene, wordt erin geboren en sterft erin.

Er zijn ook genoeg mensen die verwarrende gevoelens hebben bij hun leven hier op aarde: Wat doe ik hier? Wie ben ik? Waarom doen we wat we doen met dieren, met de natuur, met de kinderen, met elkaar? Waarom ga ik dood? Ze voelen een diep gemis in henzelf in een afgesneden zijn van iets groters, van vrijheid en van het ware hart. De mens voelt dat hij niet weet wat te doen met deze wereld, waar het water niet in kracht vloeit, maar in macht stagneert. Hij twijfelt of hij zich wil aanpassen aan het denken die het heersende wereldbeeld geeft. Maar hij weet niet hoe hij leiding kan nemen in zichzelf en hij is bang om deze twijfel oprecht uit te spreken. Het geeft hem een onlogisch, kinderlijk, labiel, soms zelfs ziek of misdadig voorkomen, zo ziet hij om zich heen en hij geraakt vaak uit zijn belichaming. De persoonlijkheid, die hem met regelmaat als opgedrongen aanvoelt, zwemt in on-bewustzijn vol niet weten. Het geeft hem een persoonlijk soort groeiproces waar hij nooit uit lijkt te geraken. Hij roeit met de riemen die hij heeft en probeert zich staande te houden door mee te bewegen met de ouderlingen, of door er juist stevig tegenin te gaan. Door mee te bewegen met een geloofsstroming die kracht belooft of door zich te verstoppen voor deze wereld en zijn angels.

En dan zijn er mensen die zich niet langer willen aanpassen aan het denken in deze wereld. Ze voelen diep in hun hart een waarachtig weten, een wezenskracht die hen het gevoel geeft van echt zelf zijn en in contact met vele wezens van buiten deze planeet. Een wezen met een in zich dragend wereldbeeld die veel grootser, mooier, krachtiger is dan wat zijn mens-ogen hier zien. Levend! Dit wezen, die geen enkele sturing van buitenaf wenst, is hier op aarde echter niet gewenst. De mens weet het als hij kijkt naar de uiterlijke systeemopbouw, de leermodellen, de diepe eenzaamheid vol trauma’s en de massale vlucht in geloof. Zijn eigen innerrijk geeft hem echter wel een universeel gevoel die hem ten diepste zo vertrouwd is en waar hij de weg ergens heel goed kent. En in de vraag; waar is die informatie gebleven?, weet hij dat hij in de erkenning van zijn wezenrijke zelf de sleutel is. Hij voelt de verwarring in de manipulatie van de heersende aardse taal, die de ware logica van het bronbeeld vervormt tot illusionaire fantasie en die deze voorgevormde versmallende en aards ogende realiteit het resultaat van schepperskracht noemt. Hij kijkt vanuit een groter overzicht naar de ruwe strijd van bewustzijn die vecht met on-bewustzijn. En naar de schuld die constant en vanuit onmenselijkheid in de mens ingeladen wordt. En hij voelt in de innige vriendschap voor al het leven de diepe menselijke afzijdigheid van zijn ware natuur. Stap voor stap neemt hij zijn eigen leiding terug in zijn innerrijk. Door zijn harts gevoelde kracht tot in elke gedachte eigen maken en zo het aards toegestane brein, die gedijt op afwezig(wezen) heid, zelf te besturen, zo brengt hij de kosmische mens tot leven. De mens die zich niet langer mee laat sleuren in de val van een gemaskerd soort heerschappij die langs leven en dood bepaalt; hij staat op.