

aan alle lieve mensen die naar huis zijn of onderweg
(geschreven op de muziek onder het gedicht) . . .. .. als ik je weerziezo stilletjes naar je kijkdan bezie ik blauwzonovergoten schijnend achter je ogenen middenin pupilhet leek alsof we sprakenen toch stond deze wereld stil en dat wat gesprokenhet klonk verhevenen de klanken in gevechtt werd eindelijk gezegd