en nu ben ik, ik ben nu

(Moniek van Pelt) Moedig zijn de wezens die hun mensenjasje zien voor wat het is en in openheid laag voor laag tonen aan ieder die niet langer wacht op een steeds dieper overtuigende dag des oordeels. Er komt een tijd dat de wereld geen geheimenis meer kent. Het overschreven vonnis die ons kruisigt is totaal ontwaard – ontdaan van waarde- als wij  elkaar niet langer als duister, onbekend, onbegrijpelijk en onuitgesproken waarnemen.

En als je even niet kijkt, en kijken deed je altijd al krachtig, dan draait de klok ineens een andere kant op. En iedereen zal meegaan met de wijzer, de wijste en de wijze waarop. En je zult alleen staan, een vreemde in een land vol andere waarheden, die jou niet zullen erkennen.  Je verhaal zal geen grond vinden, je zult enkel bezien kunnen worden als een idiote, een godsverbasteraar zonder zinnig doel, een naam zonder geschiedenis. Er zal geen middel geschuwd worden om jou te wissen, net op het moment dat jij nog weet wie je bent en omkijkt. In die ene seconde zal je rusteloos vervormen tot de kniehoogte waarop je zult vallen. Om een gouden schakel voor je te vinden die je te kennen hebt als jouw god. En je zult je blik niet kunnen afwenden zonder jezelf weg te zenden richting een diepere neergang. En niemand zal naast je staan. O, ze zullen je redden, een slachtoffer van je maken of een dader, ze zullen je veroordelen om hun eigen pijn die jij zou activeren in hen. Je zult niet in staat zijn woorden te vinden die groot genoeg zijn om de spiegelingen te rimpellozen en je zelf echt te zien. De waarneming die jij mag zijn en die anderen je bij voortduring zullen vertellen, het zal je giftig zo gek maken en doen verlangen naar zoiets als een einde. En je zult levenloos zijn in betekenis, omdat je niet bij machte bent jezelf  te verbeteren om de onbewuste wereld te boven te komen. En je zal je ontoereikendheid erkennen en  toestemmen om mee te gaan met ons, omdat wij je wel een eeuwig bestaan zullen garanderen, in de rust der geneugten. Wij geven je leven. Zo zal het zijn..

Flarden als deze, ingebed tussen regels, klanken, tonen en vormen, ze hoorde en zag hen vaak. Al kon ze er met haar bewustzijn niet bij als ze er echt over wilde spreken. Het onderbewuste, zo noemden ze het in deze levensschets. Vervormde onschuld en zijn dood, het zou de titel zijn die alle, het zelf met afschuw vervullende beelden lintvormig in elkaar zou haken. Het vormde een film, die leven steeds grover uiteen deed rijten en haar ervan beschuldigde. En ze leefde middenin dit netwerk.  Ze zag de beelden bij dag en nacht,  in een soort tussenruimte tussen ‘gewone’ beelden in. Er leek echter een slot tussen te zitten en haar waarneming  bleef beperkt in haar uitdrukkingsvermogen. Het niet langer weten werd direct gekoppeld aan angst voor bestaan en eindigheid, elke keer voor ze tot weten kon komen. Ze wist dat het zo zou zijn, telkens als ze een wakkere beelding had en weidser zag. En ook dat ze erna weer in slaap zou sukkelen, om mee te bewegen met de droom die ze leven noemden en die zich van geen kwaad bewust diende te zijn.

De knieval leek zelfs zachter te worden met de jaren. En nu was ze uit hetgeen haar -ja en waar- leek gestapt. De omgeving waar ze opgroeide en rondom was blijven wonen was verdwenen. Haar land bleek het bewustzijn van een eilandje en zo lagen vele werelden rusteloos te dobberen rond een schijnveiligheid in tijd. Ze was naar een meer natuurlijke omgeving gereisd om er een tijdje te verblijven. In de rust , tussen veelal onbekeken groen die zich grootser toonde dan ze zich herinnerde in haar gevoel, had ze iets hervonden, maar wat precies dat wist ze niet eerder dan toen ze terugkeerde. Als een astronaut die vreemd land scande op leefbaarheid, zo stond ze op een dag weer tussen de mensen die ze toch altijd ‘van haar land’ had genoemd  en gezien. En ze zag hen kijken naar haar, net zoals op die eerste aardse dag toen ze afleidingen lang  tot afkomst viel. Ze voelde de siddering van de waarneming waar ze haar toe verplichtten. Het deed letterlijk pijn. De vaststelling drong tot diep in het fysiek en verstarde haar. Het deed haar lijdzaam buigen tot ze een innige afkeer van haarzelf bespeurde. Waar was zij? Angst en paniek snelden toe om haar legitimiteit te geven. Hier was het goed, hier hoorde ze te zijn. Ze had zojuist in instemming haar stem uitgebracht en nu moest ze nog leren wat kiezen was. Ze moest ineens… alles leren.  Ze zagen haar als een complexe vorm vol individualiteit in een energetische strakke onpeilbare en onomkeerbare uitlijning; een vrouwengeaardheid met een traumatisch kind, een onbewust en onaf wezen, een bloeduitlijning vol te leven geschiedenis, een dromende denker, een onbetrouwbare niet weter en een slapende voeler, een volger van een vervreemdende godsvorm,  een sterveling. Ze bekeken haar vol wantrouwen. Ze dachten dat ze dood zou gaan, niemand uitgezonderd. Niemand. Wat een pijn. Ze werd er stil van, stiller dan voorheen. De bomen hadden haar geholpen om de gesloten stilte in haar te doorbreken die een soort geluidloosheid had gegeven, waar de ware klank loos was.

Ze zag hun ogen in hun voorkomen schakelen naar het wezensgoud in haar. Haar bron zou leeggevist. Wat ze had was nodig voor een geheel aan boeien die zouden redden en vangen, uitgooien en aantrekken. En ze hadden de macht. Hoe ongelofelijk het haar ook leek, ze voelde dat ze geen verzet kon bieden. Niet echt. Ze waren met teveel en er was niemand die haar in dat moment voor vol zag. Ze stond alleen. Het was een kwestie van tijd voor ze haar aangenomen gezicht weer zou opzetten. Het open moment van voor de verwarring, van voor elke verwarring, werd direct verbannen naar het hologram der machteloosheid, depressie en pijn. Ze zou niet anders kunnen omgaan met het leven dan langs deze emotionele verdwazing. Zelfs degene die ze in eerdere gedachten aan had getroffen als van het bronnenvolk, ontkende haar wezen. Ze was net een invoeging te ver van de ander om duidelijk te kunnen maken van wat ze zag. Haar interpretatie, de weg naar bron die ze keer op keer bleef vervolmaken, werd op reis naar andermans oren vervormd tot leugen. Ze hoorde de trillingen uiteenwijken en plaats maken voor chaos aan geluid die net vals klonk. En alleen als je heel goed luisterde en keek. Anders leek er geen verschil. Er werd gewacht op haar, opdat ze verder zou dragen en klagen en vragen. Ze moest in stelling gebracht, aanvoeren, nagaan en nakomen, afwijzen, verheerlijken en uiteindelijk gered.

Zo zou ze in tijd volgend verder moeten lopen en zo liep ze al heel lang, als een bundeltje gestuurde waarnemingen met een opgevulde tussenruimte vol beelden die onder haar zogeheten bewustzijn verstopt lagen. Of erin. Of erboven. Een zogenaamd onvermoede schat spiegelend, maar eigenlijk lag daar helemaal geen rijkdom in die beelden. Uitverkorene zijn door te waden door zwartige (goo) drek, die ze bij de gratie van aanraking van het web tot de hare diende te maken en waaruit ze gered diende te worden door andere uitverkorenen zoals gezagsdragers, leraren, heiligen of engelen..het leek uitzinnig. Ze leefde in oorlog, waar de verdrukker reeds velen tot dwingeland had vervormd. De bezette tussenruimte vervreemdde haar van haar originele bewegingsvrijheid. Er lag een interval, een afstand tussen twee tonen, waardoor ze niet bij zichzelf kon geraken. En dat bevreemde haar ten zeerste. Ze wist ineens weer dat deze ruimte in beslag genomen werd door alles sturende tussentijd, die ze geacht werd te zien als de enige tellende tijd. De tijdruimte, het pure nu, was zo nergens meer van haar. Ze kon vanbinnen geen analoge tijdloosheid meer ervaren. De waarnemingen van buiten kwamen voor haar natuurlijke woorden te liggen, voor haar oorspronkelijke gedachten en voor haar pure gevoel. Het was in hen wat ze dacht en uitsprak en voelde.. ze was een spiegelheler. En ze had het geweten. Ze wist het altijd al.

Ze kende deze ‘tussenruimte’ heel goed en dan volledig en zonder de onderbreking van zoiets als een persoonlijkheid die zijn schaduw voor haar hele zijn schoof en leven gevangen hield in een droom vol dwingende tijdslijnen en sturende aandachtpunten. Leven waarnaar ze moest vissen. Ze vroeg zich af waarom de beelden, die absoluut op afkeuring konden rekenen in deze mal, – alsof het alles zou zeggen over wie zij was en wilde zijn- de laatste tijd zoveel sterker werden. Sinds ze invoelde op het onderbewuste, om er niet langer haar akkoord aan te geven, was er veel veranderd. En ook niet. Ze wist niet ineens meer of beter binnen een geheel aan ‘niet weten’, maar er kwamen wel veel beelden vrij te liggen in haar die ervaringen vormden die achter de haar toegestane persoonlijkheid lagen. Als een vrije codering verborgen tussen een veld vol onvrije coderingen,  die bedekt werd om in heimelijke sferen te verblijven en zo de energie te kunnen aftappen en inzetten om de machtstegenstellingen op aarde uit te vergroten en te verdiepen. In haar gedachten waren het altijd anderen die de aarde verder verziekten, zoals wantrouwende gedachten immer signaalden. Maar omdat ze zelf niet trouw was aan haar originele zelf gaf ze zoveel kracht weg, dat daarmee ook veel onmacht en macht in de wereld gestut en uitgebouwd kon worden. Gif in de lucht, in de grond, in ogen , in de gedachten, in het voelen en in het weten. Waar was haar bestaansrecht op een  rechtenvrije wereld? Zoals een leugen voor mensenogen onzichtbaar tussen twee waarheden in kon glippen, zonder dat een mens in staat was dit in zijn volledigheid te interpreteren, zo glipte dit onnatuurlijke onbewustzijn constant tussen twee bewuste gedachten in. Waarbij dit gehele bewustzijn in naam dus geen verbinding spiegelde, maar slechts vrijwillige overgave verordonneerde aan kunstmatig bestaan. Uit een zo benoemde ‘vrije’ wil bestaan in een afgestompte artificiële gedachte, denkende dat dit de lering in wezenrijkheid betrof. Onvoorstelbaar dat ze dit niet eerder zo vol had gezien. Wel geweten, maar niet in alles verbonden met haar diepste gevoel.

Hetgeen hier onbewust genoemd werd verborg inderdaad een schat, zo peinsde ze. Ze zou er in misvormde gedachten niet welwillend zijn om alle ervaringen uit te leven en in te voelen. En zo zou ze voor altijd lijdzaam vastzitten aan dit cluster, deze ziekmakende gevoelloze (want zonder het pure gevoel) brij, omdat ze instemde en daardoor overeenstemde met de getoonde tonen vol waarheid. En wat ze dan met behulp van anderen of alleen wel doorvoelde, was helemaal niet van haar. Geen enkele vorm van negativiteit ten opzichte van positiviteit was dat. Zij was in beginsel niet opgebouwd uit dualiteit, zoals deze bouwsels deden vermoeden. In haar innerrijke afwezigheid konden medische, technologische, beleidsmatige en staatkundige meesters echter hun meesterschap uitbreiden, om haar te vormen naar hun hand en te speuren naar de bedoelingen van diverse rassen als het ging om macht en toe eigening. En zowel op de aarde als van buiten de aarde.

In de tussentijd zou ze via de haar toebedeelde intelligentie zichzelf dienen te bevrijden van het kwaad. Iets wat haar brein helemaal niet kon! Haar gevoel werd namelijk middels dit –onbewuste- verhaal gescheiden gehouden van haar verstand. Derhalve betrof het een kunstmatig soort aangeleerd verstand waar haar geheugen aan gekoppeld was en die haar constant beïnvloedde, omdat ze niet goed kon waarvoelen dat er iets niet klopte in dit verhaal. En nog meer omdat de beleving van voelen gericht was op schuld en schaamte.  Haar leven was opgebouwd in en uit onnatuurlijkheid. Ze gruwelde van deze vorm van zelf. Haar kosmische gevoel voor mens lag in duigen. Vrede was hier helemaal niet mogelijk. Er was heel veel niet mogelijk en ze kon dat ook nauwelijks veranderen. Ze zat vast in een vaststaand tijdsframe die zo zijn eigen regels had gesleuteld vanuit een machtsbelang. En dat toonde alles behalve pure grootsheid.

Ze zag met regelmaat een virtuele ruimte voor zich, een voorwaardelijke opgebouwde hersenschim, waar de mensen allen energetisch aan verbonden waren, en waarin de mens volop werd doorgelicht, geobserveerd en er met deelvormen werd geëxperimenteerd. Er stonden enorme computers die maar een doel voor ogen leken te hebben; verdere degradatie als in ontering van de hele mens. Ze kende deze wereld wel, ze was er vaak geweest. Dit tijdsbeeld vol opgeschort bewustzijn verborg zich in ieders onbewuste (en precies voor de pure coderingen!) , daardoor leek het voor veel mensen niet zichtbaar. Maar het was gewoon aanwezig, hetzij versnipperd in ervaringen. Er lag echter een wereld aan analoge fragmenten in elk dwarsverband die erop gericht was het regelgevingsysteem in stand te houden.  Zo waren ze met veel bronvinders nodig, om de puzzelstukjes bij elkaar te leggen en de waarheidsverdraaiing te ontmaskeren.

En dan de bedriegelijke beelden die ze zag. Het gaf haar een voortdurend gevoel dat ze als mens probeerde het juiste te doen. En dat ze zich voortdurend tegenovergesteld gedroeg, omdat ze zichzelf niet zou kennen en dus beheersen.  Daarom moest er wel over haar geheerst worden. De schaarste, de armoede, het tekort en de angst, het werd zo immens uitvergroot in haar. Ze wist weer dat zij dit niet was, noch toonde het haar eigen echte waarde. Ze moest de maatschappelijke regel doorbreken dat hier niet over gesproken diende te worden. Dat dit haar nog meer controle, gezagswaarneming en vooral straf zou opleveren. Dat ze als agressief betiteld zou worden en gevaarlijk. De angst daarvoor leek allesbeklemmend. Ze was het echter zo ontzettend zat om zo behandeld te worden. Om te zien hoe mannen en vrouwen en kinderen steeds dieper wegdoken voor elkaar en uit elkaar. Om te voelen hoe de creatieve ruimte die er nog was, steeds verder werd opgevuld door zogenoemde gecontroleerde ‘positiviteiten’ die zich pas écht bedienden van agressie; het in bedwang en klein houden van het menserijke gevoel voor vrede en goedheid die in pure krachtige creativiteit deelt en heelt.

De beelden waren zo intens. Vooral tussen haar en haar geliefden in voltrokken zich hele drama’s die hen verder uit elkaar wilde drijven en deden alsof het al zo was. Het vergde een dagelijkse uiterste krachtsinspanning om nergens in mee te gaan en zichzelf niet verder te verwonden in schuld en schaamte. Sturende indrukken die haar zelf tot levensbang definieerden, omdat ze carte blanche zou hebben gegeven door zichzelf tot experiment betitelen; Het stelen van waardevolle spullen en gedachten van andere mensen, overname door brute entiteiten, de angst om gek te worden, zelfverminkingen via messen, handen en ander wapens,  seksuele uitspattingen en afleidingen die haar partner zouden belichamen, het prostitueren van haar lijf om wat aandacht en macht, doodswensen naar en gevechten met mensen, achtervolging door uiteenrijtende bloeddorstige wezens, misbruik van kinderen op allerlei manieren door mishandelende waarnemingen op hen te plakken in navolging op films, leringen, rituelen en ja zeker ook opvoeding die dat deden. Ze had bij tijden hun bloed aan haar handen gehad in dromen. Operaties door vreemdogige wezens waarbij ze spinachtige versluiering kreeg ingebracht en occulte symbolieken. Zo kon ze nog wel even doorgaan, al zou ze aan heel weinig echt woorden kunnen geven. Het ongekend onbehagelijk gevoel echter verried veel meer beelden gedragen door dreigementen van verlies, opsluiting en dood bij openbaring. Het was een buitenaards intelligent soort zondebewustzijn, zoals het bezien werd vanuit bron, die hier zetelde en de mens erin mee probeerde te zuigen door hem dit te spiegelen in plaats van dat de mens zijn ware gezicht voor zich kreeg in oorsprong.

Kortom, ze werd neergezet als een zeer manipulatief mens met dominante familielijnen  die zich van haar uitersten in goed en slecht bedienden. Ogenschijnlijk om haar gevoelsbewustzijn te vergroten maar ook dit werd als een omkering neergezet. Ze verkleinde haar weten zo steeds dieper, als ze erin meeging. En ze was er lang in meegegaan.  Ze had zich laten verleiden ernaar te handelen, keer op keer. Het werden duistere geheimen in haar die nergens deelbaar leken. Zoals die keer dat ze haar kind een klap gaf, omdat ze het programma via dit kind, dat haar er zo manipulatief in lokte niet kon tegenhouden. Haar diepe gevoel, om geen mens kwaad te doen, werd honend omver geworpen. Het sleurde hen beiden naar een in gekte grijnzende grens. Of de keren dat ze grensoverschrijdend aan het vechten was met een ander, een ander kwaad toewenste, buitensloot of zelfs uitbuitte. Het roddelen, anderen als minder zien, het overslaan, het liegen, de jaloezie. Het weigeren van het nemen van echte verantwoordelijkheid voor haar eigen leven, niet zo stompzinnig als in haar eigen geld verdienen en werken voor de kost, maar juist door te gaan staan voor haar gevoel en dit uit te spreken in plaats van manipulatief te draaikonten en haarzelf en anderen te laten lijden omdat zij er zogenaamd niks aan zou kunnen doen. En niet te vergeten de vele zelfzuchtige en hier als narcistisch betitelde waanzin rondom haar, die mensen verbeeldden die elke denkbare vorm van agressie allang voorbij leken te zijn en die hun energie constant in haar probeerde te duwen, in elk denkbaar en ondenkbaar moment. Ze leken zich naadloos gekoppeld te hebben aan een kunstmatige vorm van mens zijn, als legerrobots die orders opvolgden om als een wig tussen mens te drijven en louter harteloze waarneming te zenden die mensen elkaar nog meer schade liet aanrichten. En als reactie op hun -klappen van de zweep- gedrag haar eeuwige redderspogingen. Die niet alleen haarzelf verkrachtten, de buigenergie doorgaf aan haar kinderen, maar ook de mens in robotkwestie verder onderduwde in zijn eigen braaksel. Ze was afhankelijk voor wat betreft emoties, denken en doen van het systeem, die een volledig gerationaliseerde wereld beloofde en waar ze nooit voor haarzelf zou kunnen zorgen in de zin van zelfvoorzienendheid en het voorzien, – het wezenrijke schouwen- van het zelf. De waanzin leefde van en via haar gedrag, die haar bij de gratie van gewonnen energie een onderbewuste bleven spiegelen. Eindeloze dissociatie was het gevolg. Een gedachte die dacht te voelen. Een gevoel die voelde te denken. Een weten die dacht te weten en een zelf die dacht te zijn. Het gevolg was een binair lichaam, waar in de dubbelzinnigheid het wezen definitief uitgestoten diende te worden.

Ze wilde niet meer slapen. Ze wilde niet meer afschuiven. Ze wilde niet langer zwijgen. Ze riskeerde het beeld van verbanning richting de zwarte dood door eeuwige schuld. Ze liep het gevaar in vergetelheid te belanden, omdat ze even niet zou zien. Voelen wilde ze in een ware beleving, die het veld vol toegestane herinneringen op zijn kop zouden zetten. En die het spel zagen voor wat het was; een uiterste poging tot volle overname. Tot ze anders besloot in recht doen aan al het leven en rechtzetten van elke valse waarneming. Pure duiding was nodig in wezensweten.  En enkel het wezen was haar heilig. De geheimen moesten… los. Ze zakte ineen. Niemand zou haar val stutten dit keer met zalvende woorden. De rauwe werkelijkheid ontvelde in een rap tempo. Sneller zijn was niet nodig. Het was een weloverwogen moment van en nu ben ik,  ik ben nu.

Tijd om op te staan.

Noot;

Black goo is in mijn weten een technologie ontwikkeld door de softwareontwikkelaars die deze matrix aansturen.  Het is de softwarematig soort lijm die functioneert als transporter en die ervoor zorgt dat alle verbindingen behouden blijven voor de te beleven ‘toekomst’ langs deze weg.  Het oogt vaak zwart, maar kan alle toegestane kleurschakeringen bevatten die zijn gekoppeld aan schaduwdenken cq traumadenken. Het overschrijft bij voortduring alle analoge signalen die afwijken van de heersende norm en daarin opvallen en op en afgevangen worden. Het houdt ook kunstmatige symboliek in stand door verhalen (die zich zowel uiten als feiten, waarheden, rituelen, magie, geboden, verzinsels en meer.. )  voor het originele mensbeeld en diens waarneming te plaatsen en onder andere middels karakter en beeldspraak (persoonlijkheid), schrifttekens, belijdenis , logo massale afleiding te genereren van het origineel aan wezensweten.  Je zou kunnen zeggen dat het een vorm van zelfdenkend licht en donker tegelijk is en intelligent op een onnatuurlijke manier.  Dus het donker anticipeert op een zelfhouding van zelfverbetering en het licht anticipeert op een zelfhouding van verlichting. Door zelfverbetering verlichten we onszelf. Naar een ander stadium, een ander hologram, een hemel, een poort, een ideologie. En al deze vormbeginsels beginnen en eindigen in een veld die bijeengehouden wordt door artificiële intelligentie waar black goo een uitingsvorm in is. En al deze vormbeginsels… lees; en al deze in dit veld levende mensen. Is de softwareontwikkelaar van dit web één geheimzinnige –want wie wil hem zien?- speler in dit veld of zijn het er meer en betreft het buitenaards ras of binnenaards?… wordt vervolgd.

hoe moeilijk het soms ook lijkt
je moet het zien
lief wezen
neem toch waar
dat je mens bent geworden
in een onaf veld, met onaffe namen en onaffe daden
dat je mens bent geworden in een bestaan
die liegt over heiligheid
en die leeft van leugens
o er zijn wel verwante momenten
ze trillen heel puur tussen valse tonen in
maar de liefde die je kent
die is hier niet echt denkbaar
je moet het weten lief zijn
dat je hier niet trefzeker bent
geen echte vriendschap kent
dat ze je verhullen en verslinden
tot je ondanks jezelf staat
om in jezelf te blijven
en je je niet langer omver laat ketsen
door zoiets als dood en verderf

trek het sterven los van erven
en zie dan wat er van je wordt verwacht
en hoe juist jij erdoorheen kunt kijken
zonder vastgekleefd te waden
en zonder op iets onbestemds
te gaan liggen lijken

moniek

Bron: Moniek van Pelt


Nieuwe wezenskunst kaarten in je mailbox?

Officieel vanaf januari 2019 verstuur ik inspiratiemails. Het bevat een korte tekstje, dichtje, quote en al dan niet op kaart. Zo wil ik graag een jaar rondschrijven, door me niet met tijd en nummer bezig te houden (die oorzaken en gevolgen zichzelf wel), maar met het delen in levensvreugde en diepte in zicht. Je ontvangt de mail vanzelf in je mailbox als je je inschrijft voor mijn nieuwsbrief. Eventueel nieuws zal meegenomen worden in deze mails.

Meld je hier aan voor de nieuwsbrief van Moniek.

Bekijk hieronder de eerder verzonden nieuwsbrieven (met inhoud die nergens anders is gepubliceerd):

Related Articles

Responses