De dood is niet dood, als het wezen spreekt tot wezenrijk | Deel 2

(Moniek van Pelt) De dood als de meest onbeminde en onbekende god der goden. Wat een vreemde spiegel. Niemand wil erin geloven, velen lijden eraan, weinigen lijken eraan te ontkomen en sommigen durven er wezenrijk iets over te zeggen. 

De dood als woord wijst op aarde niet naar het volle wezen. De koppeling -leven versus dood- veinst een pad vol gefaseerde opbouw en afbraak ter ‘lering’ voor het afgescheiden wezen; de sterfelijk ontroostbare mens. Deze energie bouwt geen brug naar vertrouwen, vrijheid en bron. De aardse taal is in de loep van deze dramatiek ziekmakend tot diep in elke overgang.

Sterven is het slotstuk van het ingebrachte verhaal met de slechtst denkbare afloop; uiteindelijk niets over je leven te zeggen hebben. En ik heb hem niet ingebracht. Is het geloven in deze ene spiegel, ze noemen hem vaak god, die ons iets voorspiegelt als waar, niet eigenlijk de allergrootste afleiding van allemaal? Het roept de mens enkel op om, in de zogenaamde overlevering ontsproten uit apen, na te apen. Wie heeft mij zo een aarde ingevoegd als de te moeten leven waarde? Simulatie, als nabootsen van een werkelijkheid middels een model van die werkelijkheid, is geen spel om in alle onschuld te moeten willen blijven spelen. Zo in kern zijn de makers zelf niet. Het volgen houdt ons afgescheiden, omdat de kern van de situatie, hoe dynamisch het soms ook lijkt,  niet wezenrijk verandert. Wij leren echter dat wel te moeten denken, evolutionair bezien. Die verwarring -bewegen we nu voor of juist achteruit?-, wordt vroeg of laat onze dood.

Mijn hemel, mijn leven is al uitgelijnd voor ik hier kwam. Leven en dood zijn voorbeschikt in dit zijspoor, die hoofdspoor veinst. Ik schrok eens wakker met dit besef. Ik zag in een heldermoment ‘mijn’ spoor, mijn ziekte en mijn dood zoals het hoorde in dit leven. Zoals het hoorde? En wat is dan dit leven als het einde al in elke seconde vaststaat? Maar, mijn leven, mijn gedragingen en keuzes, hoe ik emotioneel floreer, hoe mijn hart spreekt, dat zou bepalen.. toch? Ik weet nog dat ik in die droom in een soort woestenij stond. Ik zocht verschrikt om me heen. Waar waren ze? De mensen die dit allang wisten, die echt vrij waren? Ze zijn er toch wel..? Tot het weten openvoelend tot me doordrong. Ik zocht er als kind al naar; je wordt geboren in een afspraak, in een bestaand verhaal, en je bloedlijnen vertellen je hoe je geboren wordt en hoe je sterft. Alles ligt al vast. De enige vorm van voorkeursresonantie lijkt die met mensen die zich op een gelijksoortig niveau lijken te bevinden aan de plus of minkant, als in slachtoffer of dader, baas of knecht, vriend of vijand, ouder of kind. Hoe troosteloos. Zelfs het scenario dat je in vrijheid sterft om niet terug te keren, is passend bij het karakter dat je hier mag hebben. Alles zolang je maar niet erbuiten..om wezenrijk te openharten. Dit verhaal, is van god los. En die god ben ik. Hier is rauw, hier is pijn. Ik ben versneden en ik weet het niet. Ik ben gewisseld, verdeeld, onttrokken aan oprecht licht en ik mag weer ‘leren’ weten, behalve dan van echt.

Leven dat in elke seconde vaststaande feiten spiegelt, geeft een stilstand weer ten opzichte van het spontane vrije echte leven. Aan beide kanten van de spiegel; die van leven en dood, is die ongedwongen vrijmoedige kracht afwezig. Dit starre leven leeft zichzelf constant, als in een monotoon ritme waarvan je tegelijkertijd kunt zeggen dat het al gebeurd is en nog gebeuren gaat. Het heeft niks met evolutie van doen, zoals wij menen bewust te willen leven. Het heeft met een vorm van overheersing van doen, waarvan de meeste mensen het bestaan nog niet vermoeden. Net buiten het toegestane blikveld bewegen zich machten die een duistere energie kennen, ver voorbij wat wij dualiteit noemen, en dus nauwelijks te bevatten voor mensen wiens hersenen diezelfde stilstand vertonen ten opzichte van vrije verbeelding en beleving.

In deze stilstand is geen hart wezenrijk vrij. Het hart kent net zo goed haar lagen van afleiding, zoals ik ze eerder ook beschreef in de driehoek en in de ronde lagen eromheen die een totaal vals aardbeeld spiegelen (interviews Het innerlijk kind leeft in het huis van bewaring en Familie, een aardse waarheid die nooit meer dan hemel haalt Deel 1 en 2). Je mag er eigenlijk vooral niet buiten komen (lees Valse kundalini) Je mag je er vooral een leven mee vermoeien en verstrikken; de aards vernauwende harts-m/(kr)acht. Wat is voelen in een samenleving die gericht is op klinisch schouwen en handelen? De dissonantie is erin gelegen dat we denken, menen, hopen, bidden te voelen van ware kracht. Tot je wezenrijk gaat voelen van echte grootsheid en niets maar dan ook niets tussen jou en die eigenheid wil laten staan. Geen naam, geen taal of richtingwijzer en zelfs niet je geleefde geschiedenis. En bovenal.. geen bewustzijn inruilen voor zoiets als de valshartige slogan; leven om te sterven of sterven om te leven.

Bewustzijn. Interessant welke energie er hier op aarde aan dit woord gekoppeld is. Deze staat van een te bereiken zijn, zo leren we al vroeg, lijkt namelijk de sleutel naar groot weten. En we ontberen het. We zijn niet in staat gebleken de aarde anders in te richten dan we gedaan hebben, de kinderen in volle wasdom  te begeleiden en richting te geven aan ieders eigen grootsheid. We kijken nog steeds volop in de richting van wat andere grootheden ons vertellen en dan met een laagje afleiding eroverheen; als de meesterlijke val waar in oorsprong wijze mensen voor ingezet zijn. De pure taal der wijsheid is vervormd door slavendrijvers om ons te verslaven, om ons innerrijke licht te ronselen middels vals licht constructies. Een val der vallen die in deze dualiteit in schuld verdeeld wordt tussen binnenwaarts narcistische en buitenaards galactische invloeden. Narcistisch ogen we echter allemaal als mens, zolang we menen dat we ‘ons ego’ te boven dienen te komen. Ego herbergt een duistere kracht, die de mens helemaal niet toebehoort in de eerste plaats. Men kan ervanopaan, dat alles wat naar voren geschoven wordt, een achterkant kent die niet gekend of belicht wil worden.

Welnu, wat doen we hier dan eigenlijk precies? Ons bewuster worden van het moment waar we nooit zijn wellicht. Het nu, het is één van de veel gebezigde woorden waar ongelofelijk veel verwarring omheen hangt. We moeten erin en vele wegwijzers weten schijnbaar hoe. Het is in ieder geval een lucratieve bezigheid, dat nu. Ik kijk er vaak naar, deze ogenschijnlijke tegenwoordigheid van geest, en het is me opgevallen dat ik hem niet zie als een bestaansrechtelijke mogelijkheid rondom een overgang als sterven. Ik zie hier in de driehoek innerlijk kind-onbewuste-hogere zelf zowiezo het pure nu niet bestaan. Het woord nu echter wordt te pas en te onpas gebruikt als een metalen constructie, die uiteindelijk slechts kooi verbeeldt. Als leven vergeleken wordt met een golf die rijst en daalt, dan rijst op deze aarde, in gedachten en gevoelens die afleiden van oorsprong, een golf van angst nog immer op. Het dalen stagneert. De aardse tijd weerspiegelt niet perse een natuurlijk ritme en de aardse natuur spiegelt niet perse onze oorspronkelijk gevoel voor zijn. Dat is waar wij het in een idee van resonantie en flow aan gekoppeld hebben. En wie heeft die tijd zo aan ons gekoppeld, dat wij altijd pas weten als het ons voorgedaan is, voorgezegd en voorgelogen? We geven ons eigen licht en weten weg aan machthebbers en ja, zelfs onze eigen wezenrijke transformatie behoort hen toe. En die moet simpelweg dood, voor we ook maar enige gevoel voor nu bereikt hebben.

De in en de uitgang in dit leven zijn voorbestemd in deze artificiële flow. En uiteraard vind ik daar geen nu. Dat nu zou namelijk betekenen, dat wij in de lijn der oorsprong ons bewust zijn van elke! beweging van transitie. Als ik vervolgens kijk naar hoe er geleden wordt aan en rondom een sterven, geeft mij dat aan dat dit ingevoegde beeld heeft gemaakt, hoe we massaal de beweging in transformatie voor ons zien; een toestaan, een accorderen, van zielenleed op een lijdensweg. Overigens sterk uitvergroot in diverse medische instellingen waar de overname op het lijf soms wel heel pijnlijk zichtbaar wordt.  En waar hebben we dat precies toegestaan? Ik voel dat dit hele dwaalspoor een pad van overgave veinst. Overgave, we moeten het leren om bij de vrede uit te komen. Het woordenboek echter geeft mij energetisch al aan welke aardse lijn achter overgave schuilgaat;  gehoorzaamheid, zelfopoffering, onderwerping, donatie, uitlevering, vroomheid. Overgave aan de tijd die zijn nu zogenaamd kent, op weg naar wat men oorspronkelijkheid en natuur noemt. En als je tijd gekomen is, is de optelsom der overgave de vrijbrief bij het doodsportaal. En dit heet dan natuurlijk. Nooit natuurrijk. We willen zo graag meer bewustzijntje spelen, een hoger spel, een nieuwe ingang. Maar we willen niet nog meer van dat lijden als we al in het vooruitzicht hebben. Best logisch eigenlijk. En dus gaan velen mee in geruststellende comfortabele theorieën vanuit een -nu even niet- beweging die prettige ervaringen en zinvolle momenten zoekt, die we nu noemen vanwege het opgewekte (lees valse) harmonische gevoel.

Nu is als een moment van vol weten en volledig zijn. Een ogenblik waarin elk kader rondom emoties verdwijnt en waarin emoties op zichzelf een waardevolle en geweten kracht zijn. Een moment dat tijdslijnen elkaar niet kruisen, en er aldus geen inmenging van buitenaf inbreekt. Een moment van voor de invoeging. Het diepe wezen bestaat in het wezenrijk. Dat lijkt een onaards moment op aarde en dat zegt mij dat het onaardse zijn beïnvloeding terug te trekken heeft om het ware aardse zichtbaar te maken, aan hen die de volle aarde niet kennen.

De visualisatie om het hart te openen, de trend om bij een hoger bewustzijn te geraken, de therapie om een diep geworteld innerlijk kind te laten ontwonden; het is de schreeuw om uit de matrix te geraken (de driehoek; onbewuste-innerlijk kind- hogere zelf.) en de eigenmacht belangrijker te achten dan elk soort almacht. Het slechte functioneren van lichaam en geest, die wij telkens andere namen geven, kent echter zijn grenzen. Hoe wij het ook op menen te rekken met interpretatie, verruiming van begrippen, uitvindingen op het gebied van voeding, genezing; de immense angstgolf overheerst en beheerst al (de) tijd. Zo spiegelt het hele systeem zichzelf nog steeds in de rondte en wie wij zien in die spiegel is wie wij moeten zijn, niet wie wij wezenrijk zijn.

Zolang de overgang, die we nu dood noemen, niet vrij is, zal er geen vrije energie kunnen bestaan. En dus ook geen vrije intelligentie. Ik openvoelde laatst een beeld; ik stapte met mijn eerste schrijfstuk over de dood een soort ruimte in. Ik was aan een ‘’andere’’ kant, keek erdoorheen en toen om. De mensen die achterbleven keken met een verschrikte blik, alsof ik in een hel was beland en vervaagde. Ik realiseerde me dat dit was wat zij dachten werkelijk te zien en dus (her) beleefden. Overigens kwam ik niet in een verlichtende ervaring, zoals zo vaak beschreven bij bijvoorbeeld bijna dood ervaringen. Ik stapte niet langer via de driehoek door de in diens midden gelegen gebied van overgang/ dood, waar ik in en doorheen zou moeten om te moeten sterven. Ik stapte naar achteren en voren tegelijk, en uit deze gecreëerde werkelijkheid. Ik zag de ringen om de driehoek heen. Als de in te reïncarneren lagen. Ik zag de vele menselijke vragen die constant bedekt werden, net voor ze uitgesproken konden worden. De mensen kwamen er niet op echte woorden, ze konden er niet bij. De snelheid van de beelden, de veranderingen, de technologie, de voortwoekerende strijdtonelen, ze bedekten zo massaal het oorspronkelijke zicht en licht, dat de energie van verdringing en inmenging het in alles voor het zeggen had. En het gevoel van het ontroostbare onvermogen werd in een eveneens gecreëerd eindegevoel zachtjes toegedekt met scheppen aarde. Einde vroeger, einde nu, einde later. Het leek alsof ik de stekker uit dit verbond getrokken had. Het stilde me een tijdje. Tot ik ineens een nieuwe rand zag vibreren voor me. Wat mij opviel, in het afstemmen tot helderheid, is dat in deze ogenschijnlijke vrijere ruimte wederom cirkels om me heen lagen ter bestemming en ”vooruitgang”. Ze leken mij teveel op de cirkels om de aardse driehoek heen en ik besefte me direct dat dit spiegelen van valse oneindigheid niet ophield bij één planeet alleen. Ook in het door ons benoemde buitenaardse leven werden afleidingen gecreëerd in bestaan.

Zou ik hier geraken op mijn moment van sterven? Zou ik ook deze afleiding kunnen weerstaan? Zou ik helder genoeg zijn om ook in pijn nog vol te weten? Ik heb het me altijd afgevraagd. Ik meen me deze tekst hierboven nu weer te ‘herinneren’, omdat ik was ‘vergeten’. Ik ben echter helemaal niks vergeten; ik ben mijn heelal! Dat is mijn werkelijkheid. Geen tunnel, geen vernauwing, geen hartfalen. De beïnvloeding is zover gegaan zelfs dat ik jarenlang nauwelijks kon ademen of slapen, omdat mijn hart zoveel zeer deed. En ik ging niet akkoord met blijvend. En ik ga niet akkoord met dit gestoei rondom herinnering en het zogenaamde pad om mij erin terug te vinden. Ik geef een openharten vol woorden weer, waarin ik constant tracht mijn weg vrij te maken van weg. En ik weet dat mensen daarin, net als ik, hun eigen woorden terug kunnen vinden.

En ik weet, ze zijn er. Er zijn mensen die in volle autoriteit in een eigen gekozen moment direct hun kern instappen. Een zijn voorbij de energie; tijd- tijdloos. Dat doen ze hier op aarde welteverstaan, in een groter geheel aan werkelijkheid die de meeste mensen mogen zien. Niet na zoiets als dood. Je kunt niet leven in het ene, compleet met bijbehorende focus en intentie en dan overstappen in het andere en daarin los geraken van polariteit, die immers gewoon doorwerkt na de dood. Vele ervaringen van instant verlichting in een (schijn)dood, duiden mij een vals soort licht. Mensen die dit ‘overkomen’ worden teruggezonden met de artificiële boodschap dat de dood veilig is, dat je gewoon in het midden van de driehoek kunt stappen om eruit te gaan en je geliefden wederom te ontmoeten. Ja , zelfs dat je hart mag uitdijen in een ultiemer gevoel voor liefde dan je tot nu toe hebt gekend. Alles mag binnen de matrix, maar waag het eens erbuiten te stappen.

Een pure stilte die wezenrijk inkernt, stapt daar niet weer uit om wederom in een duaal soort realiteit te geraken. Dat het iemands tijd nog niet zou zijn is iets wat matcht met een matrix aan verwarring en misleiding, niet met de pure taal van oorsprong. De pure stilte is wezenrijke volle hartskracht, die zich hier slechts als stilte kan tonen, omdat het lichaam een artificiële is en grootsheid, daar waar mogelijk, probeert toe te dekken.

Oftewel;

een kernfocus laat zich niet afleiden door een hoeveelheid plaatjes
die hij onderweg voor zijn neus krijgt
waarin het ene plaatje nog verlichter schijnt als het andere
de nieuwe vorm die ontvouwt in vrije wil
kent zo een voorkeur niet
noch de zijpaden vol valse resonantie
de ware focus van het wezen weet
dat hij het gevoel van -kern ontmoet kern-  nooit vergeet

En dan een volgende droom. Ik leer er spelen met tijd. En dat eigenheid er totaal los van staat. Dat elk aards idee van authenticiteit in een gecontroleerd systeem niet aan de tijd kan komen en er gevangene van is. In het besef van los stap ik als met zevenmijlslaarzen door het verhaal vol verhalen heen. Ik zie de mensen, hun aangeprate gehechtheden en strijdtonelen en het trekt me niet. Ik kan er gewoon doorheen stappen, geschiedenissen lang. En dan ineens stap ik eruit en erin, in een voller besef van aarde. En mijn hart dijt uit en uit en uit. Die kracht is zo waar, groot, lief en echt. Ik verlicht er mijn omgeving mee en de omgeving mij. Het is een praten, een uitwisseling, een gelijkaardigheid van in kern zijn. Dit is leven. Volle wasdom. Hier kan en zal ik niet aan sterven. Het woord bijna bestaat er niet, noch een hemel, een hel. Er wachten mij geen geliefden, geen speciale tekens, geen bezegelingen, anders dan dit gevoel dat niet langer beknot, verstrengelt. En dan zie ik even wat vrijheid in wezen is..

Het aards getekende hart, als zogenaamde oersymboliek, is er één van een afgeknepen staat, bekrompen en verward (het past zo goed door de tunnel). Het ware hartenlicht dijt vanzelf en natuurrijk uit. Zonder dat het eerst inkrimpt om te moeten poetsen aan zichzelf en zonder dat het daarin afhankelijk is van de actie of reactie van de ander. De enige invloed is de uitvloed. Zijn is zijn! Zonder de opzet van een bewuste die iets vrijwil met het onbekende, overigens verre van vrijwillig.

Hoe resumeer ik dit verhaal?

We leven in een doodsgebied. Artificiële emoties blazen de pijn op waardoor het lijkt alsof de dood voor ons ligt. We willen er dan niet in en we duwen en trekken in weerstand, maar we zitten er al middenin. Dat duwen en trekken geeft ziekte; de stilstand in een stilstand. We worden bang gemaakt voor wat schijnbaar voor ons ligt. De beweging van de creatie van de driehoek; innerlijk kind- onbewuste- hogere zelf is niet oorspronkelijk, het aardse sterven en reïncarneren is niet oorspronkelijk. De hele beweging is niet heel, noch levend zoals wij Leven diep in ons kennen. Het verwart en verkrampt ons dieper en dieper. We proberen tot oorsprong te geraken, alleen is er niet zoiets als een beetje oorspronkelijk leven. Dus wat is dan leven? De grote angst is dat de matrix deze aarde overgenomen heeft en dat we onbewust en onmachtig voort dienen te bewegen. Dit is een ingevoegde angst die ons lineairt en daarmee slechts in hun kader laat bestaan. Als we er in ons voorstellingsvermogen niet uit kunnen komen, dan zal dit ook nooit gebeuren. Dan creëren we een aarde in een aarde in een aarde, steeds meer vernauwend, tot de robotisering totaal is. Als de ongeloofwaardigheid van de valse driehoek zichtbaar wordt, dan vallen de buitenste ringen weg, dan stort de piramide ineen. Daar is bewust zijn, daar is volle wasdom. We sterven eindelijk aan het oude om tot wezen en in oorsprong te geraken. Dat is rijkdom, geen verlies. We ontwarren en zullen zien dat leven en dood door elkaar zijn gehaald, in een poging het -tot leven komen- te koppelen aan het lijdensproces van sterven. De matrix sterft af. De spoorwissel, die heeft gemaakt dat we denken in het midden van de driehoek te sterven verdwijnt. En het nu verschijnt. Om te weten dat er in kern nooit een oorspronkelijke spoorwissel is geweest.

Leven versus dood; deze woorden mogen los. De koppeling mag eraf. Er ligt geen oorsprong achter de ogenschijnlijke samenhang van deze woorden. Ze zijn niet waar, noch het valse bestaansrecht dat hieraan vastkleeft. Het opofferen van ons lichaam lost niks op. Daarmee verdwijnt deze loep niet. Opofferingsenergie maakt het ongekend moeilijk om afscheid te nemen van iemand. Het symbiotiseert, ontkracht en benauwt, omdat de matrix alles omgekeerd aan elkaar koppelt. Je kunt niet in je kracht komen, omdat er een schuldverhaal tussenligt. De energie achter het valse portaal schuld-onschuld, geeft enkel aan dat we sterven middenin de dualiteit, en niet om eruit te geraken. Elke vorm van strijd hierin bestendigt onze onvrijheid. Zoeken naar stilte, alsof het je toe te eigenen moet zijn, is een onmenselijke vorm van leven.

Stel je voor dat de dood niet bestaat zoals ze zeggen. Het is geen sprookje, het is geen strijd, het is geen nieuw begin. Leven gaat verder dan geloven. Stop met volgen van ander licht. Of zie al het licht als van jezelf. Puurheid heeft geen liefde nodig noch haat. Stop met geloven dat wij in oorsprong..ooit en ergens. Als je echt grootsheid bent, dan zou je weten dat je alleen wegkomt met spontaan zijn,  en niet meer met houdingen, gedragingen, namen en woorden ontsproten uit lijden. De kijkrichting van de buitenwereld valt weg. Grootsheid kijkt met lege blik. Wat zou ik doen, als iemand zonder gestuurde kijkrichting naar mij kijkt en mij ziet in mijn grootsheid? Ik heb het weleens gevoeld en het grootste wonder was dat ik in mijn eigen gezicht keek en dan zonder al het aardse idee van eigen. Het waarnemen van wezen tot wezen, het geeft wellicht ongemak. Het lijf, de persoon, -de valsheid van het eeuwige onaf- valt door de mand. Opluchting misschien ook en diepgevoelde vreugde van erkenning en weer weten. Einderijk. En daar is nu, nooit eenzaam, nimmer dood.

Leven is geen kwestie van tijd, het is een kwestie van samen.
Van wezen tot wezen en van leven tot leven.

moniek van pelt

Bron: Moniek van Pelt


Wat fijn dat je dit artikel op Earth Matters hebt gelezen! Dit is mogelijk gemaakt door Earth Friends.

Earth Friend word je al vanaf € 3,00 per maand, je krijgt daarvoor:

 Schrijf je vandaag nog in en

Related Articles

Responses